Starten met letterbeelden

Wanneer de kinderen in de eerste klas komen, leren ze zich kunstzinnig bezig te houden met dezelfde vreugde waarmee ze bij de kleuters gespeeld hebben. Het is belangrijk dat er nog ruimte is voor fantasie, voor het beeld en hierdoor voor de verwondering. Kinderen begrijpen nog niet waarom volwassenen het ene figuurtje zo noemen en het andere figuurtje zo. Hoezo ziet die letter er zo uit en die letter zo? Dat is de reden waarom wij starten met letterbeelden.

Raponsje en de letter T

Om dit te illustreren geven we een voorbeeld van de letter T. In de klas vertel je het sprookje over Raponsje: “Raponsje, Raponsje laat je vlechten neer.” Het is de prinses die hoog in de toren vast zit en haar lange vlechten naar beneden laat hangen om de toverknol of prins omhoog te laten klimmen.
Vervolgens teken je de toren op het bord. De kinderen mogen de toren natekenen. Daarna gaan de kinderen op hun tenen staan en maken een grote toren met armen, benen, handen, tenen en vingers. Zo ontdekken zij de letter T. De letter is nu niet alleen ontdekt en geleerd maar de eerbied voor deze letter is ontstaan. Kinderen leren eerst het letterbeeld voordat ze gaan starten met lezen en schrijven.